Tijdens de Covid-19 pandemie is ons bewustzijn van de eigen en gezamenlijke leefruimte gegroeid en geïntensiveerd. Mijn project is een artistiek onderzoek naar een fenomeen van het coronatijdperk; de geïmproviseerde toevluchtsoorden die mensen thuis in lock-down hebben ingericht vanuit de behoefte aan een eigen plek. Een eigen plek die opeens veel meer inhield.

De mensen namen op een nieuwe manier de regie over de ruimte in hun huis. Ze pasten ruimtes aan vanuit de door de actualiteit veranderde behoeftes, in relatie tot de herschikte publieke ruimte, plots ontoegankelijke plekken en situaties buitenshuis.

Om in beeld te brengen wat er gebeurde achter gesloten deuren, in de afzondering van de lock-down isolatie, heb ik middels sociale media, mijn vriendenkring en sociaal netwerk opgeroepen tot deelname aan mijn project. Ik vroeg om fotodocumentatie van corona-bouwsels en verbouwingen. Verstopplekken, tijdelijke werkplekken, comfort-nesten, speelhutten; bouwsels van kinderen en volwassenen.

Ik begon een zoektocht naar een manier om intieme bouwsels en privéruimtes van anderen te kunnen ervaren, zonder ze ooit fysiek te kunnen betreden en zodanig de gedwongen afstand van de Covid-19 lock-downs te overbruggen.

De ingezamelde foto’s printte ik uit en nam ik als uitgangspunt voor het bouwen van collage-sculpturen. Ik vertaalde zodoende de door mensen zelf thuis gedocumenteerde plekken in mijn atelier weer van 2D naar 3D en interpreteerde wat ze bezielen. Buigend, vouwend, kreukelend, knippend, plakkend ontstond een vorm.
Vervolgens werden de driedimensionale collages vertaald naar tweedimensionale digitale versies door het middel van 3D scanning. Om de scans online te kunnen plaatsen werden ze nog vereenvoudigd. Elke vertaalslag tussen 2D, 3D en verschillende media had invloed op de structuur & textuur en zodanig op de details & vorm. Het genereerde daardoor nieuwe versies/interpretaties van de ruimtes.

De 3D scans maken de collages toegankelijk voor het publiek zonder ze in het echt te hebben ervaren.
Hier op de website kunnen ze worden bekeken in een online 3D-omgeving en via AR-technologie (Augmented Reality) geprojecteerd en beleefd worden in iemands eigen woonkamer.

Om dit technisch te kunnen verwezenlijken werk ik samen met collega-kunstenaars Heerko van der Kooij en José Miguel Biscaya.
Het project heb ik kunnen opzetten dankzij de financiële ondersteuning van het Mondriaan Fonds , het AFK en het Amarte Fonds.


Beeldend houdt het onderzoek zich bezig met het vertalen van ruimtelijke waarneming tussen de dimensies van werkelijke ruimtes, weergave van ruimtes en digitale ruimte.
De werkproces is gericht op experimenteren met nieuwe technieken en hierbij verkennen de mogelijkheden in transformaties en interpretaties van ruimtelijkheid (spatiality), stoffelijkheid (materiality) en tactiliteit (tactility).

‘Corona bouwsels’ zie ik als ware lieux de mémoire (sites of memory) van de Covid-19 jaren. Ze staan als een monument en een ode voor de gemeenschappelijke menselijke behoefte aan geborgenheid in afzondering, ingegeven door bewondering voor het menselijk vermogen om creatief om te gaan met beperkte ruimte.